Ik en Ártla

19 februari 2016 - Reykjavík, IJsland

Ik ben een paardenmeisje. Niet genetisch doorgegeven, het is gewoon zo gegroeid, vanuit mijn binnenste naar mijn hart. Paarden hebben daar een speciaal plekje ingenomen. Daar is vandaag een specifiek paardje bijgekomen: Ártla, een zwarte dame met vlugge benen. Haar naam betekent: kleine zangvogel.

Vandaag was het eindelijk zover. Om 09.15 ’s ochtends werd ik opgehaald door Johann, die mij en een aantal anderen naar Ishestar zou brengen, de organisatie die de tochten op IJslandse paarden organiseert. Johann was erg spraakzaam, mede door de vele vragen van Jennifer, een Engels meisje die ook de tour ging doen en ook alleen reisde. Hij had het over goede restaurants om te eten, en noemde de Fish Market. Hierover zei hij: ‘You will hear a vacuum sound in your wallet afterwards, but the food is amazing.’ Ook gaf hij ons mee dat we het IJslandse paard nooit een pony mochten noemen. Dat voelen ze en dan bijten ze je, volgens Johann. Eenmaal aangekomen bij Ishestar werd ons eerst gevraagd om het vereiste ‘’wij zijn er niet verantwoordelijk voor als je jezelf in een ravijn stort’’ formulier in te vullen, waarna we een paard kregen toegewezen. Ik kreeg dus Ártla, een energieke jongedame zo bleek al gauw. We werden opgesplitst in twee groepen. Ik ging mee met de kleinere groep van meer ervaren ruiters. Toen we vertrokken sneeuwde het. Maar, zoals zo vaak in IJsland, even later veranderde het weer en kwam de zon tevoorschijn. Het was magisch om door het besneeuwde, heuvelachtige landschap te rijden, terwijl de zon opkam boven de bergen. Ik genoot met volle teugen, eindelijk weer op een paard! Ik had het echt gemist. Ártla had er zin in en probeerde telkens het paard voor haar in te halen. Op een gegeven moment stopten we bij een uitzichtpunt en stegen we af. Ik had even de tijd om met Ártla te knuffelen. Ik zweer het je, er is niks zachter dan de neus van een paard. Op de terugweg had een van de paarden voor mij de onstuitbare behoefte om in de sneeuw te rollen, en deed dit dan ook, mét ruiter op de rug. Erg grappig, maar ook tricky voor de ruiter, die snel haar been onder het paard vandaan moest trekken. Eenmaal terug werd ons gevraagd de paarden af te zadelen. Vervolgens was het voor de paarden tijd om gemeenschappelijk in de sneeuw te rollebollen. Wat een leuke beestjes zijn dit, ik mis ze nu al. Maar gelukkig mag ik morgen nog een keer!

Na een heerlijke warme chocomelk werden we weer teruggereden naar de stad. Ik zat met Jennifer in de bus en het klikte goed tussen ons. We besloten samen te gaan lunchen. Na even opgefrist te zijn in mijn guesthouse, nam ik de bus richting de Old Harbor, waar ik om 14.00 uur bij de Sea Baron had afgesproken. Dit bleek een heel schattig mini-restaurantje te zijn met drie dunne, lange tafels met krukjes om op te zitten. Je kon er de kreeftensoep bestellen of verschillende spiesen met vis. Ook kon je er een stukje walvis proberen. Jennifer nam walvis en een spies, ik nam een kabeljauw en aardappel spies, en proefde een klein stukje van haar (walvis smaakt dus eigenlijk net als biefstuk, maar heeft een iets andere kleur). Het was er overvol en de muren rondom ons waren volgehangen met zeehonden, oude foto’s van vissers, onderdelen van boten en, grappig genoeg, een schilderij van een Nederlands VOC schip. We vonden een plekje en hadden een heel tof gesprek. Jennifer is heel grappig en ze is net zo verzot op reizen als ik. We wisselden verhalen uit en hadden het over toekomstplannen. Ze vertelde dat ze door haar tijd in IJsland zeker wist dat ze reizen echt een onderdeel van haar leven wil maken. Ze is lerares en wil de wereld over gaan en op verschillende plekken les gaan geven. We wisselden adressen uit en spraken af elkaar een kaartje te sturen als herinnering. Na de overheerlijke lunch kochten we ergens nog een ijsje, waarna we ieder weer onze eigen weg gingen. Dat is nou zo leuk aan alleen reizen, je kunt van deze vluchtige, maar zo gedenkwaardige ontmoetingen hebben. En daarna gewoon weer ieder je weg gaan.

Ik verkende de stad nog even en kwam weer iets tegen dat ik absoluut graag wil hebben, maar (nu) echt niet kan betalen. Een Reykjavík raincoat. Heel tof en 100% waterdicht. €320,00… Nog even sparen maar. Nu ben ik aan het chillen in Stofan café in het oude gedeelte van de stad. Het is hier heel gezellig. Strakjes nog even een plekje vinden om te eten en dan terug naar Summer Day. Eens kijken of het Britse koppel er dan is zodat we weer even verhalen kunnen uitwisselen.

Foto’s